Mensen die mij kennen hebben de term al vaker gehoord. Het woord levert mij steevast de vraag op: bio wattuh? Biomimicry is de samenvoeging van de Griekse termen: Bios (wat “leven” betekent) en mimesis (wat “imiteren” betekent).

Biomimicry is dus leren van de natuur, in plaats van leren over de natuur.

Wat kun je daar dan mee? Leren over samenwerking, symbiose zoals deze in de natuur voorkomt.

De natuur overleeft al 3,5 miljard jaar en dat doet ze heel simpel door zich aan te passen aan de omstandigheden. Wat werkt blijft, wat niet werkt verdwijnt! Is dat hard? Soms, maar ook in de natuur kennen we vele voorbeelden van zorgzaamheid. Denk aan de olifant, de gorilla en zelfs de mier!

In de natuur is er geen afval, daar kunnen wij nog iets van leren lijkt me. Zo wordt er ook niks verspild en heeft alles en iedereen een functie. De kunst is dit te zien en dit te kunnen vertalen naar bruikbare toepassingen voor ons als mens.

De voorbeelden zijn er al. In de architectuur zijn er aardig wat gebouwen, bruggen en tegenwoordig zelfs leefgebieden gebaseerd op Biomimicry principes. Google eens en je zult versteld staan!

Deze wetenschap gaat veel verder. In productontwikkeling zien we mooie voorbeelden, zoals een folie gebaseerd op haaienhuid. Klittenband kennen we allemaal wel. Maar wat dacht je van de neus van de HSL? Deze is geïnspireerd op de snavel van de ijsvogel. Er is inmiddels zelfs kleding gemaakt van schimmels en kleding die kleurt volgens de structuur van de morpho vlinder.

Voor mij was de stap om aan te haken bij Biomimicry een hele natuurlijke. Het voelde als thuiskomen. Wanneer je de tijd neemt om je te verdiepen in deze wetenschap kom je tot de conclusie dat het zó vanzelfsprekend is, dat het vreemd lijkt dat niet iedereen dit omarmd heeft.

In Amerika is het al big business en ook Duitsland heeft het gedachtengoed omarmd.

In het bedrijfsleven zie je dat het terugkomt in startups die veel meer gericht zijn op samenwerking. Open structuur en kennisdeling. De Circulaire economie is ook een mooi voorbeeld dat richting de biomimicry principes beweegt.

We zullen in het bedrijfsleven langzaam transformeren naar veel kleinere bedrijven die gespecialiseerd zijn in een bepaald gebied en voor elke opdracht samenwerking zullen zoeken met andere bedrijfjes die hun kennis en expertise kunnen aanvullen. Keten denken, functioneel en optimaal voor elk doel.

Voorwaarde is dat we leren denken vanuit het grote geheel in plaats van geldbelust.

De hele maatschappij draait heden ten dagen op geld. Geld is macht. Het wordt tijd dat geld weer een middel wordt in plaats van een doel op zich.

Geld is een prima ruilmiddel, maar niet meer en niet minder dan dat. In de natuur wordt geen maximalisatie nagestreefd, eerder optimalisatie.

De natuur is in alle vormen een prima maatstaf, mentor en voorbeeld. Het vraagt van ons alleen de bereidheid het te willen zien.

In mijn vakgebied, waarin coaching en verandermanagement centraal staan is het mooi om met voorbeelden uit de natuur te kunnen werken.

Een mooi voorbeeld is hierbij de mierenkolonie. In een mierenkolonie heeft iedereen een taak naar het beste van zijn (of haar) kunnen. Ben je jong en sterk, dan heb je een andere taak dan wanneer je ouder of zwakker bent. Wanneer je als voedselverzamelaar niet meer je werk naar behoren kunt doen, krijg je een andere taak dichtbij of in het nest. Een mooi voorbeeld van participatie, samenwerking en werken naar vermogen.

Dit alles gebeurt ook nog eens zonder management, zonder een directeur of overheid die bepaalt wat je moet doen. Het is een autonoom proces. Daar kunnen wij zeker nog iets van leren.

Is het je overigens ooit opgevallen dat mieren niet in de file staan? Ze zijn met velen, lijken kriskras te bewegen en toch… geen files!

Termieten bouwen hele mooie grote bouwwerken in de woestijn waar het overdag erg warm is en in de nacht zeer koud. Ze hebben geen airco, geen verwarming en toch een bijna constante temperatuur in hun bouwwerk.

Slimme dieren, waar wij al van geleerd hebben. In Zimbabwe staat het East Gate Centre. Gebouwd naar voorbeeld van de termieten.

De voorbeelden zijn eindeloos!

Wanneer ik in een organisatie een verandertraject begin, kijk ik als eerste naar de mensen. Wie werken er en hoe ziet de organisatie eruit?

In de zorgsector zie je veelal ganzenorganisaties. Deze kenmerken zich door een hoog gehalte aan zorgzaamheid voor elkaar. Wanneer er een verandering dreigt, willen ganzen graag weten wat dat voor hen, maar vooral ook voor hun collega’s betekent. Want zij vinden het belangrijk om op elkaar te passen.

Kom je daarentegen in een echte salesomgeving, dan zie je vaker een zebracultuur. Zebra’s zijn competatief en schromen er niet voor een flinke schop uit te delen aan elkaar. Heel anders dus!

In een olifantenorganisatie draait het om senioriteit en feiten. Eigenlijk heel logisch als je het zo leest en dat is het mooie van werken met Biomimicry. Het is logisch. Duidelijk en altijd voorhanden. Je moet het alleen wel kunnen zien.

Ben je benieuwd wat Biomimicry voor jou of jouw organisatie kan betekenen?

Neem gerust contact met mij op, ik vertel je graag meer.